fbpx Female Economy - 3. in beweging | HET REGENT BLOEMEN IN DE THEATERS | magazine #4

3. HET REGENT BLOEMEN IN DE THEATERS

3. HET REGENT BLOEMEN IN DE THEATERS

DOOR LIES MENSINK

Toen Adelheid dertien jaar geleden gevraagd werd om de vakjury van het Nederlands Theaterfestival voor te zitten, stelde ze één voorwaarde: Er moest ook een onbevangen-blik-jury komen om een favoriete voorstelling van het theaterseizoen te kronen en die voorstelling moest net als de officiële juryselectie een plek in het programma krijgen. Het begon met die ene WijkJury in Amsterdam en groeide uiteindelijk uit tot een landelijke beweging. Met elf jury’s is de WijkJury niet meer weg te denken uit het Nederlandse theaterlandschap, en ondertussen staan ook WijkJury Deventer, Amsterdam Jong en Utrecht Jong in de startblokken om vanaf volgend seizoen te gaan draaien.

Onder begeleiding van enthousiaste ‘roedelchefs’ volgt de WijkJury een seizoen lang een selectie van het diverse theateraanbod van hun stad gesteund door ‘theaterkompanen’. WijkJuryleden komen vaak voor het eerst in het theater, en maken het tot hun buurthuis en ontmoetingsplaats. Ze bezoeken voorstellingen en gaan met elkaar en makers in gesprek over wat ze zien en ervaren. Hun favoriete voorstelling van het seizoen kronen ze tot Keuze van de Wijkjury. De bloemenregen van de WijkJury verrijkt ieder seizoen opnieuw het theaterveld; hun frisse open kijk kust de theaters wakker. Wij vroegen een paar van onze roedelchefs en theaterkompanen naar hún blik op de WijkJury.

MAMA SOPHIA

Sinds ze schitterde in WijkSafari Bijlmer (2015/16) is Sophia de theaterwereld niet meer uit te krijgen. Ze speelde haar levensverhaal meer dan 100 keer voor publiek samen met haar adoptiepartner Wassim – die haar tot ‘Mama Sophia’ doopte en nog altijd als een zoon voor haar is.  Na de WijkSafari werd Mama Sophia WijkJurylid en uiteindelijk zelfs roedelchef van WijkJury Amsterdam. Afgelopen seizoen gaf ze het stokje door aan een nieuwe generatie roedelchefs; maar van het theater zelf, neemt ze nooit meer afscheid.

“Het rare is dat ik al meer dan 45 jaar in Amsterdam woonde, maar nog nooit in de schouwburg was geweest. Ik dacht dat is alleen voor de elite, voor de grachtengordel. En toen ineens zat Adelheid bij mij op de bank en vroeg me voor de WijkSafari. Daarna ben ik verliefd geworden op het theater en was ik als WijkJurylid kind aan huis in de schouwburg. Na twee seizoenen heb ik samen met Najat als roedelchef de WijkJury zelf begeleid. Dat waren vijf geweldige jaren, maar nu vond ik het tijd om het stokje over te dragen aan de jongeren: Kevin en Glenda zijn nu de roedelchefs en ze doen het fantastisch!” 

Er zijn zoveel voorstellingen waar ze nog vaak aan moet terugdenken. Dat is voor haar het krachtige aan theater. “Theater blijft je bij. Ik wou dat ik het veel eerder had ontdekt. 

“Theater blijft je bij. Ik wou dat ik het veel eerder had ontdekt”

Mama Sophia

Nu probeer ik zoveel mogelijk mensen naar het theater te krijgen. In de schouwburg zitten niet alleen maar mensen uit de ‘grachtengordel’- dat was een vooroordeel van mij. Ik wist ook nooit dat je gewoon een terrasje kunt pakken, zonder naar een voorstelling te gaan. Nu woon ik in Almere, maar als ik in Amsterdam ben, ga ik bij de schouwburg zitten, want daar kom ik altijd leuke mensen tegen.”

AILEEN DIETRICH

Roedelchef Aileen Dietrich begeleidt WijkJury Enschede in het geven van woorden aan hun ervaring, en soms in het filteren van de eerste indrukken. Aileen lacht: “ Misschien is het de Twentse nuchterheid, maar veel juryleden gaven in de gesprekken met makers gelijk na afloop hun ongezouten mening. Nu vragen ze zichzelf eerst: ‘Waardoor komt het eigenlijk dat ik dat vind?’”

Het mooiste vindt Aileen de groei in het kijken bij de WijkJury. In het begin zie je nog de drang tot begrijpen, om als jurylid objectief iets van een voorstelling te willen vinden.

“Veel WijkJuryleden komen zichzelf tegen tijdens die reis: de frustratie van dingen soms niet begrijpen, of te worden geconfronteerd met de vooroordelen binnen henzelf. 

“Waarom vind ik dit stom, of waarom reageer ik daar zo heftig op?”

– Aileen

 Terwijl het juist heel interessant kan zijn om jezelf af te vragen waarom iets een sterke emotie of reactie oproept. Waarom vind ik dit stom, of waarom reageer ik daar zo heftig op?’”

JURGEN WALCH

Roedelchef Jurgen Walch zette in Purmerend een WijkJury voor jongeren op. Nu tegen het einde van het seizoen beseft hij dat hij ze echt heeft zien groeien. “Dat is ontzettend leuk! Ze leggen verbanden en herkennen meerdere lagen in voorstellingen; je ziet tijdens het nabespreken gewoon lampjes aangaan.”

“In Purmerend is de vergrijzing binnen het theater aan de orde van de dag, en dan zitten wij daar opeens met een hele rij jongeren. De WijkJury is echt een verrijking voor de theaters en voor de maker, want die gaat daarna ook nog met de juryleden in gesprek. Afgelopen vrijdag gingen we naar Uit het hoofd met Loes Luca en geschreven door Maria Goos. Dat zijn natuurlijk al dames van in de zestig, maar desalniettemin bleek er voor de WijkJury Jong heel veel herkenbaar; dat vond ik erg verrassend.”

“Je ziet tijdens het nabespreken gewoon lampjes aangaan.”

– Jurgen

roe·del·chef (de; m en o; meervoud: roedelchefs)
begeleider van een troupe

roedelchefs de begeleiders van het WijkJury tableau per stad, elke WijkJury heeft een eigen roedelchef

JULIE PETERS

Landelijk coördinator Julie Peters trof, toen ze zich over alle WijkJury’s in het land ontfermde in 2018, vijf WijkJury’s aan. In de tussentijd is dat aantal meer dan verdubbeld en zelfs buiten Nederland is er interesse. Er is een beweging voelbaar die misschien juist door de dichte zalen van de coronajaren nog groter is geworden. Theaters willen een gemeenschapshuis zijn voor iedereen.

“Het is een dankbare en inspirerende klus. De wijkjuryleden brengen prachtige verhalen en energieën de theaters in en laten mij telkens weer met een frisse blik naar mijn werkpraktijk kijken.” 

Met een WijkJury kun je de drempels verlagen, zichtbaarder worden en een enorm latent publiek in je stad bereiken. Want velen hebben eigenlijk helemaal geen idee hoeveel mensen betrokken willen zijn bij theater. Julie ziet dit nu gelukkig veranderen:

“In het begin had ik het gevoel dat ik theaters nog moest overtuigen van de meerwaarde van onontdekt publiek en van de impulsen die een WijkJury aan een cultuurhuis en de stad kan geven. Nu komen directeuren van theaters en zelfstandige docenten en podiumartiesten die de WijkJury’s in hun eigen stad willen gaan leiden, vaak zelf naar me toe, met een enorme gretigheid om snel te starten. Het ontroert me elke keer opnieuw.”

“De WijkJury’s brengen prachtige verhalen en energieën de theaters in”

– Julie

RUDY VAN WIJK

Toen Rudy van Wijk als uitvoerend producent bij Opera Zuid begon stond een WijkJury Maastricht bovenaan z’n lijstje. Hij vindt het belangrijk dat mensen die niet de mogelijkheid hebben, ook naar theater kunnen gaan. “Mensen denken vaak dat opera hoge Kunst is en daarom niet voor iedereen. Maar je moet het eens meemaken: Grote groepen op het toneel, een orkest erbij, dat vinden heel veel mensen indrukwekkend en mooi.”

“Wij zitten in een oud klooster in een vrij arme buurt. Er was een duidelijk verschil tussen de wijk en wat hier binnen gebeurde. Ik wilde het gebouw meer openstellen en daar hoort een WijkJury bij. Terwijl we hier opera’s maken, zitten hele groepen mensen uit de buurt in het gebouw.” 

“We maken nu niet alleen maar voorstellingen, maar hebben een wijkfunctie gekregen.”

– Rudy 

Naast een WijkJury, creëert Opera Zuid buurtopera’s, komen kinderen op bezoek om te knutselen en buurtmoeders om er te koken. Rudy: “We maken nu niet alleen maar voorstellingen, maar hebben een wijkfunctie gekregen. In de lockdowns waren het misschien wel de wijkprojecten die ik het moeilijkst vond om af te zeggen.”

kom·paan (de; m/v/x; meervoud: kompanen)
makker, partijgenoot

kompanen slaan de handen ineen om hun theaterdeuren voor de WijkJury te openen. zij maken tijd en ruimte vrij, stellen voorstellingskaarten en een budget voor roedelchefs beschikbaar.

ISCHA ARNOLDUS

Kompaan Ischa Arnoldus, programmeur van de Deventer Schouwburg, ziet dat de functie van theaters veranderd is. Samen met Sanne Meenink van Mimik Deventer zet ze WijkJury Deventer op. Ze hopen met de WijkJury op wederzijdse verwondering, die bubbels openbreekt en eerlijke gesprekken over diversiteit voedt. “We trekken samen op, want het gaat niet over ons als organisaties. Het gaat erom dat we met mensen uit de wijken laten zien wat theater met je kan doen. Uiteindelijk heb je iets aan de WijkJury als stad.”

“Laten we heel eerlijk zijn: tot 15 jaar geleden waren theaters mooie cultuurpaleizen, waarin wij lieten zien hoe schoon de kunsten waren. Maar dat is nogal eenzijdig: je mist de verhalen die om je heen gebeuren, maar niet binnenkomen.

Een schouwburg is niet zitten en kijken – misschien is de naam wel helemaal verkeerd. Het is een plek die van de stad is en die verdorie ook wordt betaald door die stad. Dus open met die deuren!”

“Het is een plek die van de stad is en die verdorie ook wordt betaald door die stad. Dus open met die deuren!”

– Ischa 

inhoud

cover magazine #4 | WIJKJURY KUST HET THEATER WAKKER
1. staat van zijn | DE WIJKJURY DOOR DIRK’S OGEN
2. in de roedel | WEERKLINKT MIJN VERHAAL
3. in beweging | HET REGENT BLOEMEN IN DE THEATERS