fbpx Female Economy - in gesprek | FOUNDING MOTHERS - Magazine

2. in gesprek |
FOUNDING MOTHERS

2. in gesprek |
FOUNDING MOTHERS

DOOR LIES MENSINK

Begin 2000 trekken vier vrouwen als nomaden de wijken in van Amsterdam en laten het centrum ver achter zich. Ze zijn op zoek naar de medemens en hun unieke geluid. De stem die hoort bij de verhalen die tot dan toe zelden worden gehoord. Ooit zullen deze vier vrouwen een theatergezelschap vormen dat stadsschouwburgen verandert in buurthuizen, dat een debatcentrum omtovert tot een vrouwenmoskee, en dat zich voortdurend laat adopteren door wijkbewoners. Founding Mothers Adelheid, Elly, Myriam en Nazmiye nemen ons mee naar hoe Female Economy ooit als ZINA begon.

HET BEGIN 1995 – 2002

Myriam Sahraoui belt in 1995 met drie andere Nederlandse-Marokkaanse vrouwen aan bij een atelier aan de Lindengracht. De vier vrouwen willen een theatervoorstelling maken over de scheurende loyaliteit tussen twee culturen. Eerdere samenwerkingen met regisseurs liepen vooral op ruzie uit. Ze wilden het al bijna opgeven, maar hun producent Cees Bavius wil nog een laatste poging wagen. Hij kent ene Adelheid Roosen, misschien is zij wel de juiste persoon voor die taak. “Kom maar langs,” zegt Roosen.

De voorstelling wordt het succesvolle 5 op je Ogen en de vier vrouwen vormen de gelijknamige eerste vrouwelijke Nederlands-Marokkaanse theatergroep. Adelheid kwam met deze voorstelling in zalen waar publiek zat dat ze nooit eerder in het theater zag: vrouwen en mannen uit de wijken met een migratieachtergrond. Later, als ze met De Vagina Monologen (2001) door Nederland toert, komt ze in het busje terug naar huis tot een belangrijk inzicht.  Adelheid: “Na 5 op je ogen realiseerde ik me plotseling: ‘Wat gek! Er zit geen enkele moslimvagina in De Vagina Monologen. Er leven bijna twee miljoen mensen afkomstig uit moslimlanden in Nederland; het is toch absurd dat wij elkaar helemaal niet kennen?!”

Adelheid gaat aan de slag voor een eigen variant van De Vagina Monologen: De Gesluierde Monologen. Ze bezoekt 78 vrouwen uit de moslimgemeenschap thuis om ze te interviewen over seksualiteit. In 2002 klopt ze aan bij theaterprogrammeur Elly Ludenhoff van De Balie met de vraag of er niet een zaaltje vrij is, waar ze vrouwen uit de moslimgemeenschap voor het eerst kan samenbrengen om het idee voor haar theatervoorstelling af te stemmen. Elly stemt enthousiast in en zo komen groepen vrouwen langs in de Salon van De Balie waar Adelheid zich nestelt; een van hen is Nazmiye Oral.

Nazmiye: “Ik kreeg op een dag een e-mail waarin werd gezegd, ‘Het was zo leuk de vorige keer! Volgende keer zien we jullie weer in De Balie.’ Ik had geen idee wie mij dat mailtje stuurde, of waarom ik het kreeg. Het was blijkbaar een project van Adelheid Roosen. Ik had geen idee wat het was, maar ik voelde dat ik erheen moest.” Nazmiye neemt de trein van Arnhem naar Amsterdam en ontmoet Adelheid. “Ik werd werkelijk naar haar toegetrokken; ik ben naast haar gaan zitten en nooit meer weggegaan.”

In ruil voor het gebruik van de Salon vraagt De Balie Adelheid om op 8 maart 2003 de viering van de Internationale Vrouwendag te ontwerpen. Samen met Myriam, Nazmiye en Elly organiseert ze Dolle Zina, als Arabische echo van Dolle Mina. Ze sturen uitnodigingen naar de vrouwen die doorgaans in De Balie de lezingen van feministisch maandblad Opzij bezoeken, maar realiseren zich niet dat die vervolgens bijna allemaal willen komen. Op Internationale Vrouwendag staan honderden feministen te popelen voor de deur van De Balie. De rij loopt tot aan de Stadsschouwburg – dat gaat nooit passen…. Adelheid: “Omdat het er zoveel waren, sleepte ik alle stoelen eruit en matrassen erin zodat er zoveel mogelijk vrouwen in konden” Voor die bomvolle zaal met feministes van alle leeftijden worden de eerste gesluierde monologen voorgedragen, een mannelijke vrachtwagenchauffeur uit Tilburg die buikdansen als hobby had, sluit de avond hilarisch af. Maar als het afgelopen is, wil niemand naar huis…

Elly herinnert het zich nog goed: “Iedereen bleef na afloop in de zaal hangen tot ’s avonds laat. Het was echt ongelofelijk, want iedereen voelde: dit is ook mijn verhaal! Het werkte! En wij dachten: dit mag niet verloren gaan. Mijn productiekantoortje werd de plek waar we plannen smeedden om de vrouwenstem voort te zetten en zo vloeit ‘Zina’ voort uit ‘Dolle Zina’.”  Adelheid: “We dachten: we moeten bij elkaar op inburgeringscursus. Met welke medemensen wonen we in deze stad, hoe is het mogelijk dat we elkaar niet kennen? Wat nu als wij met z’n vieren, afkomstig van drie verschillende culturen, onze verhalen gaan delen?”

“In plaats van te ageren tegen dat beeld van ‘die gevaarlijke buitenlander’ wilden wij de werkelijke wereld van die andere cultuur laten zien.”

– Nazmiye

IN BEWEGING 2002 – 2007

Nazmiye: “Het was de tijd van de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, en je zag hoe het nieuws veranderde. Het beeld van ‘de buitenlander’ werd synoniem gemaakt aan ‘het probleem’. In plaats van te ageren tegen dat beeld van ‘die gevaarlijke buitenlander’ wilden wij de werkelijke wereld van die andere cultuur laten zien.”

Op zoek naar de echte verhalen trekken de Zina-vrouwen met een team schoonheidsspecialistes naar de Amsterdamse wijk Bos en Lommer. “Je wilt mensen niet interviewen en alleen maar iets nemen, je wilt ook iets geven… dat is continue de female economy gedachte,” vertelt Nazmiye. En dus bouwen ze buurthuizen tijdelijk om tot knalroze beautysalons en bieden ze schoonheidsbehandelingen aan in ruil voor levensverhalen. Myriam: “In de oosterse cultuur is de beautysalon dé plek waar verhalen uitgewisseld worden. Wij zeiden: ‘Geef ons je verhaal, dan halen wij je snor weg’.”

“Die wederkerigheid is een heel belangrijke basis in ons werk,” vervolgt Myriam. “Research doen is voor ons niet: de wijk inrennen, verhalen op je recordertje… en weg. Je kunt niet in contact treden als je jezelf niet openstelt. Het is een investering: je nestelt je écht in de wijk. Later werd dat ook de basis voor onze WijkSafari’s: als je ons toelaat in je leven, word je ook opgenomen in een geheel, in onze roedel.”

Adelheid: “Je moet je voorstellen: in die tijd ging er gewoon geen kip naar de wijk. Er was ook niemand die dacht: misschien heb je daar wel leuke toko’s om lekker te gaan eten, of winkels met andere kruiden… Niemand verliet dat centrum en iedere theatermaker was gericht op de standaard van de kunst-normering van het centrum. En daar lag je ladder van de ambitie. Dat heel Amsterdam-west de fenomenale Libanese zangeres Fairuz mee kon zingen, dat zei niemand wat in de schouwburg.” Adelheid stond de ene avond op de bühne van Stadsschouwburg Amsterdam een Shakespeare te spelen en de volgende dag in buurthuizen in Amsterdam-West verhalen te rapen. “Ik ging van het ene extreem naar het andere. Ik vond het toneelspelen in die schouwburg heerlijk, maar mijn hart raakte totaal verslingerd aan de wijken.”

“Ik vond het toneelspelen in die schouwburg heerlijk, maar mijn hart raakte totaal verslingerd aan de wijken. Theatermaken is voor mij geen kwestie van waarom, het heeft geen bestemming. Het is een kwestie van noodzaak. Een interne noodzaak van het hart.”

– Adelheid

In 2007, tijdens het WOMEN Inc. Festival, komen de wereld van de kunsten en het wijkwerk samen. Midden in de Beurs van Berlage ligt een gigantisch groot roze tapijt met daarop de knalroze installatie Beauty Verhalen Salon. Het publiek neemt plaats, krijgt een oogmasker en hoort via een koptelefoon een levensverhaal van een van de vrouwen uit de wijk, terwijl de handen gemasseerd worden door de vrouwen uit de wijken. Adelheid: “Dat was de eerste stap van de integratie: het wijkwerk naar de kunsten brengen. Om de hoeveelheid migranten die in Nederland waren komen wonen te vertegenwoordigen en in het kunstenveld een niet te negeren plek te geven. Ik zorgde ervoor dat iedere vrouw die meedeed, haar autonomie kon behouden, zich prettig en veilig voelde. Tegelijkertijd moest ik iets bouwen met zoveel artistiek elan, dat het hele theaterveld zou denken: ‘Wauw, nieuwe bewoners van de stad, wat een prachtvrouwen’ in plaats van ‘Wat zijn dat voor amateurs!’.”

Myriam: “Nu is er eindelijk iets aan het verschuiven, maar heel lang werd in Nederland multicultureel theater door de gevestigde orde niet echt gezien als serieuze kunst: het was toch een beetje ‘werken met allochtonen’. Wij wilden een stem geven aan mensen die normaal geen stem hadden in de openbaarheid van de kunsten. In die tijd kwamen verhalen van mensen met een migranten-achtergrond zelden in de krant of op tv, en zeker niet in het theater. Daar waren wij dus echt wel pioniers in. Je kunt verhalen halen en een acteur de tekst laten spreken, maar wij wilden juist dat deze mensen dat zélf zouden doen in waardigheid, en dat geheel dan ook nog tot een artistiek product maken…” Myriam lacht: “Nou… Ga er maar aan staan!”

De Beauty Verhalen Salon was een enorme hit. Elly richt zich tot Adelheid en balt haar vuisten: “Ik zie je nog zo op het bankje in de Beurs op het Damrak zitten: ‘Het is gelukt!’”

“We zijn niet vast te zetten in hokjes, daarom noemen wij ons werk nu ook rituelen.”

– Myriam

GEVESTIGD 2007 – 2021

Na het succes van de Beauty Verhalen Salon, wordt Zina steeds vaker gevraagd de verschillende werelden van de wijk en het centrum samen te brengen. Ivo van Hove regisseert bij Toneelgroep Amsterdam Rocco en zijn Broers, Adelheid creëert met Zina een serie levende installaties: Living Objects I en II (2009). In de gangen van de Stadsschouwburg Amsterdam spelen oudere Turkse en Marokkaanse migranten onverstoorbaar Trictrac onder het welluidende Islamitisch ochtendgebed op een draagbare radio, terwijl het publiek langs hen de zaal inloopt. Als de theaterbezoekers hun plaats hebben ingenomen, nemen de Turkse en Marokkaanse mannen als laatste plaats tussen publiek en stellen zichzelf eerst even voor aan de andere toeschouwers in hun rij. Adelheid: “Het was zo’n eenvoudige vorm en het werkte zo fenomenaal. Je zag een soort verschrikte verbijstering bij het publiek.” De voorstelling die over een Italiaanse migrantenfamilie uit de jaren ‘50 gaat, krijgt zo een confronterende actualiteit.

Het werk van Zina uit zich op allerlei manieren: van workshops in de wijk, tot voorstellingen in de Stadsschouwburg, van grote exposities waar buurthuizen werden omgetoverd tot museale ruimtes, tot het vieren van internationale vrouwendag in de kraakmoskee. Er ontstonden projecten die tot repertoire werden zoals de WijkJury’s en WijkSafari’s. Myriam: ‘We zijn niet vast te zetten in hokjes, we hebben een doorlopend engagement in steeds nieuwe vormen, daarom noemen wij ons werk nu ook rituelen.” Het één ontpopt zich uit het vorige, het vloeit daar als vanzelf uit voort. Adelheid: “Zo hebben we altijd gewerkt. Er is nooit een geprojecteerde ambitie geweest van daar gaan we heen. Het is altijd de natuurlijke beweging van het hardop denken in het hier en nu en dat vormgeven. ”

Nazmiye: “We dachten groots, niet enkel in voorstellingen, maar in happenings waarbij je je stem kunt laten horen.” Zoals het Zina Huwelijk (2006), waarin Nazmiye met haar Turks-Koerdische vriend Sinan Changir trouwt volgens een zelfontworpen Islamitische huwelijksceremonie met gelijke rechten voor man en vrouw. Enerzijds is de performance een protest tegen de beknellende Islamitische huwelijkswetgeving, anderzijds is het een viering van de schoonheid van de cultuur en rituelen. Nazmiye: “We deden het huwelijk echt, met een echt liefdespaar en met onze familie en de politiek erbij.” De drie getuigen zijn de Turkse feministe en theologe Dr. Hidayet Tuksal, de toenmalige burgermeester van Amsterdam Job Cohen en de Turkse Imam Yasar Nuri Öztürk. De inzegening wordt gedaan door de oproep en eis van de vrouw van de toekomst: een meisje van dertien. Zij richt zich tot het publiek in de zaal en eist haar plek in de gemeenschap op: “Ik zal me niet aanpassen; ik zal worden tot wie ik ben.”

Het megalomane project De Oversteek ontstond uit ‘creatieve woede’, vertelt Adelheid: “Ik ontdekte uit verhalen van bewoners, hoeveel van hen langs een schouwburg fietsten, zelfs even verlangend omkijken en dan denken ‘ik hoor daar niet’.” Myriam: “Die gebouwen worden van ons belastinggeld betaald, en zijn van iedereen. Met De Oversteek eigenden we ons de schouwburg toe.”. Adelheid: “Ik belde Johan Simons en vroeg of ik met honderd wijkbewoners dwars door zijn toneelstuk binnen mocht komen wandelen. Dat hij na vijf minuten bedenktijd ‘ja’ zei, zal ik hem eeuwig dankbaar voor blijven.” Bij de voorstelling Danton’s dood (2014) door Toneelgroep Amsterdam tovert Zina zeven stadsschouwburgen door heel het land om tot een herberg voor honderd wijkbewoners. Halverwege Johan Simons’ regie van de voorstelling over de Franse revolutie breekt de werkelijkheid in: de zaaldeuren zwaaien open en de honderd wijkbewoners lopen bepakt en bezakt tussen het publiek door, het podium op en eten daar hun soep. Dantons dood speelt verder en de wijkbewoners zoeken elk een plek, om in het overweldigende slotbeeld gezamenlijk het hele podium te bevolken, hun matjes uit te rollen, hun pyjama’s aan te trekken en zich te installeren voor de nacht. Het publiek en de acteurs keren na het applaus huiswaarts, de wijkbewoners zijn gekomen om te blijven en nemen de schouwburg over voor die nacht.

Het indrukwekkendste moment voor de wijkbewoners die meededen, was het in bezit nemen van de schouwburg om zich er thuis te kunnen voelen; dat bleef voor het publiek wellicht onzichtbaar. De volgende dag tijdens een groot collectief ontbijt met ook alle schouwburgmedewerkers overhandigt Adelheid in elke stad een lijst met contactgegevens van de honderd bewoners aan de schouwburgdirecteur: “Dit is de lijst van mensen uit jouw stad die nooit naar theater gaan: Dit is hun naam, hun telefoonnummer en dit is hun e-mailadres. Nu is het aan jou om ze morgen direct in te voeren in je adressenbestand en uit te nodigen voor €2,50 per kaartje!”

“Het aarden is heel belangrijk, niet alleen fysiek in de wijk maar in het leven,” vertelt Myriam. ”Het gaat erom in verbinding te staan met dat wat er werkelijk toe doet.” Voelen waar de spanning zit, benoemen wat nog onbenoemd is, horen wat nog ongehoord bleef. In een wereld waar mensen steeds meer in filterbubbels leven, is dat de uitdaging. “Ik denk dat de kunst is, om ontvankelijk te blijven en onze antennes uit te zetten. We moeten elkaar blijven naderen. Dat is de arbeidskunst. Ongoing.”

DE TOEKOMST

Sinds de start van Zina is het theatergezelschap van mede- neder- en buitenlanders, buitenstaanders en wijknomaden gegroeid: de vrouwen zijn inmiddels ook de wijken van onder meer Groningen, Eindhoven, Utrecht, Arnhem, Rotterdam, maar ook Brussel, Mexico-City en Teheran ingedoken. De ‘roedel’ telt inmiddels landelijk meer dan 2000 leden en twaalf WijkJury’s zijn opgericht. In 2021 verwelkomt Zina Ola Mafaalani als duo artistiek leider en vloeit verder als theatercollectief Female Economy. Adelheid ziet Ola als haar artistieke geestverwant: “De thematische lijn van migratie in de kunsten, van grondig research doen, het plaatsen van lokale mensen tussen professionele acteurs. Dat zijn lijnen die ons beider werk bevat. Ola richt zich met haar Syrische roots op de Westerse wereld en ik richt mijn Westerse roots op de Arabische wereld in Nederland. Je zou kunnen zeggen dat dat een omgekeerde satellietbeweging is, maar het principe van de beweging is dezelfde. Wonderlijk mooi om dat in een collega te ontmoeten.”

De beweging die bijna twee decennia geleden begon op het kantoortje van Elly, wordt vandaag voortgezet als Female Economy. Het principe van de beweging blijft hetzelfde: het is het constante dichten van een kloof, gedreven door een drang naar het oprechte aangaan van de ander, die helemaal geen ander blijkt. Adelheid: “Via de spiegeling met de ander ontmoet je jezelf; een vreemde bestaat niet.” Die ander blijkt jou te zijn, alleen goed gecamoufleerd.